Kom maar op met die Nederlandse Berg!
aug 5th, 2011 by Silvan
Jammer dat ík er niet eerder een blog over heb geschreven, maar goed, er wordt in ieder geval over gesproken: een echte berg in Nederland. Wel met een flinke knipoog, want het klink natuurlijk zot: een Alp in Nederland bouwen. NU.nl-Columnist Thijs Zonneveld heeft er nu twee keer een artikel over geschreven (hier en hier). Sinds ik twee jaar geleden mijn eerste berg ben opgefietst, de Alpe d’Huez natuurlijk, heb ik het er wel eens over. Een berg in Nederland, waarop je lekker kunt fietsen. Zou dat niet geweldig zijn? Ik wil er wel per beklimming voor betalen.
Wat Zonneveld betreft wordt het een echte berg, wat automatisch een toeristische trekpleister kan worden. Alle wintersportactiviteiten moeten er zijn. Dat moet ook, want investeerders willen geld terug verdienen. Skiliftjes, pistes, rodelbanen. De hele mikmak. Ik wil gewoon een berg in de buurt om tegenop te knallen. Als het een commercieel gebeuren wordt – en dat kan in mijn ogen niet anders – dan moet dat maar. Het zal ook de meeste fietstoeristen echt niet afschrikken.
Geen buitencategorie
Natuurlijk komt er geen berg van de buitencategorie in Nederland. Zet daar nou maar een streep doorheen. De tweede streep gaat door het woord Alp. Die zijn in de Alpen. Hier niet. Je kunt wel de Nederlandse Berg bouwen. Dit lijkt me ook meteen dé naam.
Maar goed, het is niet een paar uur fietsen naar het buitenland voor een echte berg, zoals in een reactie op Zonneveld wordt gesuggereerd. In België en Luxemburg heb je géén echte bergen. Punt. In Duitsland in het Zwarte Woud en in Frankrijk de Vogezen, dat lijkt er al meer op. Maar dan zit je vanuit Noord-Nederland al gauw 6 uren in de auto. Het zijn ook geen toppers, maar bijvoorbeeld de Grand Ballon in de Vogezen heeft wél een rijke Tourhistorie. Bij die berg overbrug je gemiddeld – er zijn meerdere routes – 1000 hoogtemeters. Een kilometer de lucht in. Ik denk dat 800 hoogtemeters genoeg is.
A la Stelvio
Hoe gaat de Nederlandse Berg er uit zien? De laatste twee kilometer 10 procent stijging. Dan heb je nog 600 hoogtemeters over. Dat zijn 7,5 kilometers à 8 procent. Een klim van 9,5 kilometer. Dat is echt de moeite waard. Vanwege de schoonheid en de ruimte zijn haarspeldbochten ideaal. Ondanks de naam van de berg moet de Italiaanse Stelvio als voorbeeld dienen. Hier een beeld van de laatste kilometers van de Italiaanse klassieker:
Dit zijn 4,2 kilometers op de kaart:
De tweede set bochten om op 9,5 kilometer te komen moet je niet in de lengte leggen, dat kost te veel ruimte. Goed, ik tel hier al 14 haarspeldbochten! Veertien! Zelfs met zo’n bergje zou ik al dolblij zijn. Doe toch even 14 maal 2 = 28 haarspeldbochten.
Puy-de-Dôme
Een andere optie is een klim zoals de Puy-de-Dôme, een bekende puist in het Centraal Massief in Frankrijk. De laatste vier kilometer gaat het bijna 500 meter omhoog. Rond om de berg heen. Geen haarspeldbochten, maar een hele lang bocht om de berg. De beklimming van de Puy-de-Dôme begint officieel eerder en is eigenlijk een lange weg naar het echte werk.
Maar goed, hoe nu verder? Zoiets moet toch uit te zoeken zijn? Het gaat er nu niet om waar in Nederland de berg moet komen. Het kost ruimte en geld. Heel veel geld. Maar is het niet iets waar je als land trots op kunt zijn. Het wordt een echte toeristenmagneet. En niet alleen voor wielrenners. En skiën op 800 meter hoogte? Tja dat is een wintersportgebied zoals Winterberg. Prima toch. Daar vliegen genoeg Nederlanders naartoe. Die kunnen hun geld binnen de grenzen houden. Je zou eens een maquette moeten maken van een berg. Op schaal. En dan eens kijken wat er voor nodig is.
Een aantal jaar geleden was ik een week op Jura, een Schots eiland langs de Schotse westkust. Jura is pakweg zo groot als Texel, er wonen echter veel minder mensen en het wegennet is ook minder dicht. En, er wonen een veelvoud aan edelherten tov het aan menselijke bewoners.
Jura is tamelijk vlak en grotendeels bedenkt met moeras. Midden op het eiland liggen twee losse heuvels naast elkaar, The Pebbs, die doorgaans onzichtbaar zijn in de wolken. Er gaan geen wegen langs omhoog, dus voor de cyclo-sportieveling is het niet interessant.
Maar toch, Texel met twee heuvels van beide zo’n 660 meter hoog. Spits. Wel even iets anders dan de Vaalserberg wat toch niet veel meer dan een opgebolde pannenkoek is.
En omdat de Pebbs zo veel in de wolken zijn, ik heb ze in die hele week maar één keer gezien, is het makkelijk ze voor te stellen bij ons in de polder.
Ik ben voor!
Michiel, zoiets zou al super zijn. Eentje is al mooi. Dan heb je vanaf het vlakke 600 hoogtemeters!
Ik loop al jaren met het idee dat we al het groenafval in nederland op een plek in de polder zouden moeten opstapelen tot De Nederlandse Berg. Dat bespaart enorm veel CO2, want al dat koolstof wordt opgeslagen in de berg. Goed voor het klimaatprobleem dus, en inderdaad een enorme toeristische attractie. En over 200 miljoen jaar hebben we olie.