Pyreneeën rit 9: meer dan waardig slot
jul 5th, 2016 by Silvan
De percentages lijken elke kilometer wel heviger te worden. Onder de 10 procent komt het al lang niet meer op de laatste beklimming van het Pyreneeën-avontuur: Port de Larrau. Een misschien onbekende col voor het grote publiek. En dat is lekker, want er rijdt (daardoor) amper verkeer over deze pas richting Spanje. De top ligt op de Frans-Spaanse grens. Na het dorp Larrau moet ik nog 12 kilometer klimmen. Voor het dorp al 2 kilometer à 9 procent verschalkt. Het is een warme dag, maar gelukkig nog niet de temperaturen van de Port de Balès en de Peyresourde uit de eerste week.
Een blik in Streetview was afgelopen voorjaar genoeg om deze klim te bestempelen als finish. Op de top heb je geweldige vergezichten, beide kanten op. Onderweg krijg je daar ook al veel van mee. Ik kijk zo de bergen uit naar het ‘vlakke’ Franse landschap. De hoge percentages van Port de Larrau worden afgewisseld door nóg steilere stukken. Op deze zware stukken dwalen mijn gedachten af naar de vele trainingsuren en dan in het bijzonder de verrichte arbeid in belabberde weersomstandigheden. Kou, regen en de nooit ontbrekende wind. Het aantal keren dat ik met windkracht 6 op de fiets stapte… De winterfietselfstedentocht, die ik meedeed om kilometers te tanken, is een mooie herinnering op de flanken van deze Pyreneeënreus, in een graad of 28. Hiervoor heb ik het gedaan. Ik geniet ervan.
Col de Lie
De rit maandag begon meteen met klimmen. Naast ons vakantiehuis begint zo’n beetje de Col de Lie, ruim 2 kilometer gemiddeld 8,4 procent. Niet lekker opwarmen dus. Ik heb al snel door dat ik teveel kleren aan/mee heb, maar ik heb geen zin om terug te gaan. In de afdaling naar Arette is het oppassen voor een Cujo, een agressieve viervoeter die een paar dagen eerder al blaffend en happend naar onze auto rende. Ik heb daar zo geen trek in, vooral na mijn benauwde minuut in de beginfase van Superbagnères. Ik ben bang voor loslopende honden. Gelukkig kom ik deze Cujo niet tegen.
Col de la Pierre Saint-Martin
In Arette start de 26 kilometer-lange beklimming naar de Col de la Pierre-Saint-Martin, ook gelegen op de Frans-Spaanse grens. Deze berg van buitencategorie begint met vals plat maar kent een loodzwaar middenstuk van zo’n 9 kilometer. Veelal door het bos loopt de weg onregelmatig naar boven. De haarspeldbochten zijn vaak wat vlakker en geven daardoor wat verlichting. Zo nu en dan ligt er een grote hoop stront op de weg. Ik denk van paarden. Een keer schrik ik me rot als ik zo’n hoop passeer: een enorme zwerm aan strontvliegen komt ineens omhoog en maakt een hoop kabaal. Goor. Het uitzicht onderweg wordt steeds mooier. Je kijkt zo de Pyreneeën uit! Na Col de Soudet – met een bord Plateau de Soudet – nog 4 kilometer klimwerk.
Laatste afdaling
De laatste afdaling in de Pyreneeën is die van de Col de la Pierre-Saint-Martin en duurt 25 kilometer. Eerst terug naar de Soudet en dan een andere kant op, richting het dorp Sainte-Engrace, dat ook als Santa Grazi op de borden staat. Ik ben nu in Baskenland en alles op de verkeersborden is tweetalig. De afdaling is ook onregelmatig en smal, waardoor ik het gevoel krijg nog sneller te dalen. Van het vele remmen krijg ik zere handen. Onderweg kom ik langs Col de Suscousse waarna het nog steiler naar beneden gaat. Ook voor dit examen slaag ik. Bij Saint-Engrace een paar vervelende kilometers met weg’werkzaamheden’. Daardoor is er maar anderhalve rijstrook beschikbaar. En dat asfalt ligt bezaaid met losse steentjes. Ik probeer ze zoveel mogelijk te ontwijken, maar soms schiet er eentje onder mijn achterwiel weg. Gelukkig blijven mijn banden heel. Geen averij op dat vlak tijdens deze Pyreneeën-trip.
Port de Larrau
Nadat ik het ’thuisfront’ heb bericht dat ik begin aan de allerlaatste beklimming, sla ik af richting Port de Larrau. Eerst wat kilometers vals plat waarna het geweld losbarst. Een hele mooie slotdag van het fietsen hier. Op zo’n 5 kilometer voor de denkbeeldige eindstreep passeer ik Erroimendy. Ik kom op deze tussen’col’ nadat ik een recht stuk weg van 13 procent heb overwonnen. Ik puf even uit. De wind krijgt steeds meer vrij spel in het inmiddels kale landschap en geeft wat verkoeling. Paarden steken de weg over. Ik maak er een foto van. Het blijft mooi dat loslopende vee op al die cols. In de slotkilometers haalt mijn gezin me in met de auto. Fijn om ze weer te zien. Kunnen we samen genieten van deze imposante, desolate omgeving. Mijn vrouw – die me al had verrast met een nieuwe fietsoutfit als beloning voor mijn inspanningen (en die kleren heb ik deze dag dan ook aan) – heeft ook deze keer een herstelshake meegenomen. Wat een bofkont ben ik!
Samen rijden we met de auto naar een supermarkt. In mijn fietskloffie slenter ik door de winkel. Nog een beetje wielrenner. Morgen gewoon weer als toerist.
In 9 ritten 27 beklimmingen, goed voor ongeveer 22.500 hoogtemeters en 784 kilometer.
Ha Silvan,
Ik wist helemaal niet van het bestaan van jouw website, maar Monique vertelde er laatst over. Vandaag heb ik even lekker op je website zitten ‘sneupen’! Fantastisch, hoe jij kan vertellen over je hobby!
Zelf dit jaar in Duitse Eifel/Moezel gefietst en Zuid-Limburg, maar vorig jaar Ventoux meermalen beklommen.
Dat valt in het niets bij jouw prestatie afgelopen weken. Mooi om te zien! Ik ga jouw verhalen zeker gebruiken om mijn vrije tijd in te vullen met mooie fietstochtjes in het buitenland!
Dank voor de inspiratie!
Groet, Ton
Ha Ton, bedankt voor jouw leuke reactie! Het is een verslaving dat fietsen. De honger is nog niet gestild. Ik volg je nu ook op Strava, dus kan ik jouw fietsbelevenissen mooi in de gaten houden ;)