Nergens makkelijk op de Passo Giau
nov 26th, 2021 by Silvan
Goed aangekleed met lange handschoenen, col en windjack vertrek ik van ons vakantieappartement bij een boerderij op 1700 meter hoogte. Hoewel de zon schijnt, is het afdalen koud, het is inmiddels half oktober. Tijdens de eerste echte dag in de Dolomieten ga ik meteen maar voor de Passo Giau, de nummer 20 van mijn verlanglijst. Een rit van 82 kilometer over in totaal 3 bergpassen.
Passo Valparola
Na 3 kilometer dalen kom ik aan op de route naar de Passo Valparola. Voordat ik ga klimmen eerst de warme kleren uit. Want zo’n 12,5 kilometer klimmen voor de boeg, daar krijg ik het wel warm van. De eerste helft van de klim is erg onregelmatig, maar gemiddeld niet zwaar. De tweede helft, vanaf de camping, gaat het serieuzer omhoog met een aantal mooie haarspeldbochten. Bovenop is het een paar kilometer wat vlakker voordat ik afdaal naar de Passo Falzarego, 2 kilometer verderop. Daarna daal ik verder af, dus ik kleed me op de Valparola al weer goed aan. De Falzarego telt nu niet als ‘veroverde col’, die pak ik op de terugweg. Op de Falzarego zijn zelfs veel toeristen, vermoedelijk omdat de gondel als een van de weinige in de herfst nog in bedrijf is.
Colle Santa Lucia
Ik sla rechtsaf richting Arabba. Een mooie afdaling, nooit echt steil/lastig. Een tunneltje, haarspeldbochten, een geweldige galerij, dit is echt genieten. Met een big smile op de fiets. Het is wel koud zodra ik tussen de bomen in de schaduw afdaal. Ik nader de afslag naar Colle Santa Lucia, ik herken het van Streetview. Nog een koud stuk dalen, dan weer een afslag, een paar kilometer klimmen en afdalen. En dan begint de Passo Giau, het hoofdnummer van vandaag. De Giau is een van de 30 beklimmingen op mijn fietsverlanglijst. En die streep ik vandaag af. Ik heb gekozen voor de zuidkant, de zwaardere variant (al is noord ook een hele klus) en onderdeel van de Dolomietenmarathon. Ik zie gelukkig op tijd dat mijn Garmin het weer eens moeilijk heeft. Is gewoon uitgegaan omdat ie even geen gps-signaal had, denk ik. Ik besluit de rit verder ook op te nemen met mijn telefoon. Na een aantal kilometer prutsen met mijn Garmin doet ie weer wat ie moet doen. Zie ik in ieder geval snelheid en de afstand. En beide schieten niet op. Wat loodzwaar is deze beklimming. Echt nergens enige verlichting. Wel veel haarspeldbochten maar die bieden weinig rustmomentjes. Volgens CyclingCols is de klim vanaf dat punt ruim 9 kilometer lang met een gemiddelde stijging rond 9.5%.
Passo Giau
Het eerste deel van de Passo Giau gaat door het bos. Ik fiets inmiddels in kort-kort, het lijkt wel zomer! Wat een mazzel halverwege oktober. Ze hebben hier een paar koude weken achter de rug en in die omstandigheden is het nog kouder om af te dalen! Halverwege zie ik boven de karakteristieke rotsformatie van de Giau. Zo vaak gezien op foto’s en nu in het echt. De wegblijft onverminderd steil. Het is harken, stoempen, zitten-staan-zitten-staan. Iets wat ik eigenlijk niet wil als ik hierna nog de Falzarego op moet (maar dat is een loper van 7%, no worries…). De Italianen tellen af naar de top, maar heel irritant niet met hele getallen, maar: nog 9.5, 8.5, 7.5 etc kilometer.
Hoe hoger ik kom, hoe meer last ik heb van de wind. Terwijl het eigenlijk niet waait. Dat hele kleine briesje maakt het nog wat zwaarder. Als ik na een haarspeldbocht “wind mee” heb, is het even ietsje makkelijker. Een tunnel is echt een tochtgat, maar het harken op de fiets wordt ruimschoots goedgemaakt met het uitzicht aan het eind van de tunnel.
Koude afdaling
In de laatste kilometers zie je de top van de Giau. Dat helpt me om toch nog even door te zwoegen. Op de top is het warm. Wat foto’s maken, eten, appje naar het gezin en aankleden. En even later als ik afdaal ben ik heel blij dat ik de warme kleren weer aan heb. Het begin van de afzink is snel en koud, want een aantal lange, rechte stukken. Daarna stapelen de haarspeldbochten zich op en is de echte vaart er uit. In het bos en uit zon wordt het nog kouder. In meerdere bochten lijkt het glad of nog niet lang geleden glad te zijn geweest. Dit zijn van die plekken waar het overdag amper opwarmt. Net zoals de plekken die de hele dag in de schaduw van een berg liggen en zo de bultjes sneeuw in tact houden.
Passo Falzarego
In Pocol neem ik de afslag naar de Passo Falzarego. Op papier wordt die nooit zwaar, er zit zelfs een stuk vals plat – of zelfs vlak – in. Maar ik vind er geen ritme, de Giau heeft me uitgewoond. De omgeving is werkelijk geweldig, mooier dan de Giau. Bijna continu die kenmerkende rotsformaties waar de Dolomieten bekend om staan. Ik tel de kilometer af en bereik eindelijk de top. Dan realiseer ik me dat ik nog weer die 2 kilometer naar de Valparolapas moet klimmen (4 à 5 procent, voelt vandaag als 10). Maar daar wacht de beloning: afdalen! Dat gaat weer heerlijk, alsof afdalen in het hooggebergte niet alweer enige jaren geleden was. De laatste 3 kilometer nog even klimmen naar ons vakantieadres. Gaat niet super, maar met 3 van die 2000-plussers in de tas, kom ik wel boven.
Geef een antwoord