Sella Sella Sella!
dec 6th, 2021 by Silvan
Het Selle Rondje fiets je met de klok mee. Tenminste, dat lees je bij ervaringsdeskundigen. Met de klok mee scoort met name de Passo Pordoi de winnende punten. In oktober mocht ik het zelf ervaren. Dus ik fiets met de klok mee. Of deze rijrichting mooier is weet ik niet, maar ik vind het een mooiere loop dan de Nufenen, Gotthard en Furka.
De tornanti’s van de Passo Campolongo
Vanaf ons vakantieadres in San Cassiano, kom ik in Corvara op de route van het Sella rondje. De eerste bergpas voor mij is de Passo Campolongo. Die start eigenlijk in La Villa waar ik toevallig ook door fiets. Deze nog niet zo bijzondere weg wordt opgeleukt door een Duits stel dat midden op weg poseert bij een hippe VW-bus. Verderop doen anderen een fotosessie in het buitenbad van Hotel Cristalla. In Corvara begint het klimmen pas echt. Een serie van haarspeldbochten dicht op elkaar zorgt voor heel wat hoogtemeters. Om je heen imposante bergwanden terwijl je onder de stilhangende skiliftjes fietst. Mijn gezin rijdt vandaag met de auto met me mee. Superleuk, want dan ziet iedereen hoe mooi het hier is.
De mooiste van het stel: Passo Pordoi
Na de serie tornanti’s wordt het stijgingspercentage wat milder en de omgeving wat gewoner. De top van de Campolongo kun je bijna geen echte top noemen. Vanwege wegwerkzaamheden ziet het er nog wat minder fotogeniek uit. De afdaling is zeker oké. Vrij rap met wat mooie bochten. Het asfalt is slecht. In no-time fiets ik Arabba binnen. Bij de rotonde sla ik rechtsaf en ik draai zo de Passo Pordoi op. Spoiler: de mooiste van de 4 van het Sella rondje. Vind ik dan hè! Volgens een bord zijn er dan nog 33 haarspeldbochten naar de top. Lekker. Tien kilometer met een gelijkmatige stijging van 7 procent. Een loper, wordt dan wel eens gezegd. Als dat betekent dat ik redelijk op souplesse naar boven kan fietsen, dan klopt het. Als een lopende klim betekent dat ik met 15km per uur omhoog fiets, dan klopt dat niet.
Al die bochten zijn geweldig. Met rechts uitzicht op de imposante bergwand van het Sella-massief. De bochten volgen elkaar soms razendsnel op, altijd mooi. Vergeet niet om even achterom te kijken naar de bochten die je al hebt gehad. Er loopt wel een vervelende strook asfalt, precies op de plek waar je wilt fietsen. Halverwege houdt die strook op, daar begint hagelnieuw asfalt. In tegenstelling tot de Giau wordt op de Pordoi met hele kilometers afgeteld tot de top van de bergpas. Dat scheelt weer een systeemfout in mijn hoofd. Het is echt geweldig om deze beklimming te doen. Zeker in de mooie herfstweek. Ik fiets in kort-kort en er is gewoon amper verkeer. Over de Pordoi wordt nog wel eens gezegd dat het er erg druk is. Ik heb er op deze dag geen last van. Ik moet wel gniffelen om een club Audi cabrio’s en een paar “levensgrote Hotwheels”. Na het aankleden op de top wacht een mooie afdaling. Op naar de Sella.
Kippenvel en een prikneus op de Passo Sella
Als je in de afdaling van de Pordoi meteen de Passo Sella opdraait, dan hoef je nog maar 5,5 kilometer te klimmen tot de top. Het is wel fatsoenlijk klimmen met zo’n 8% stijging. Deze paar kilometers zijn echt waanzinnig. De omgeving is zo indrukwekkend mooi met die hoge bergmassieven om je heen. Het klinkt wat zweverig, maar ik fiets er echt met kippenvel en een prikneus. Wat ben ik blij dat we daar op dat moment zijn. Dat we precies in die week fantastisch weer hebben, het appartement bij een boerderij op 1700 meter hoogte nog mooier is dan op de foto’s en met enorm gastvrije eigenaren. En dat allemaal in een periode waarin het even een corona laagseizoen is. Het is sowieso buiten alle seizoenen deze week en er is weinig open. Maar wat er open is, is voor ons genoeg (dan maar 2x naar dezelfde pizzeria).
Goed, de Sella dus. Via haarspeldbochten verschalk je de hoogtemeters. En het decor wordt alleen maar mooier. De top is prima met mooie uitzichten aan beide kanten. In de afdaling heb ik enorm last van een bus die amper door de bochten past. Pas als de bus helemaal stilstaat, geen kant meer op kan en moet wachten tot tegenliggers achteruit rijden om ruimte te maken, dan kan ik er voorbij. En al snel draai ik vervolgens de Passo Gardena op.
Koud stukje op de Passo Gardena
De Gardena is dan nog ongeveer 6 kilometer fietsen, waarvan anderhalve kilometer vlak. Tot dat vlakke stuk is het erg fraai fietsen. Ik kom zowaar nog andere fietsers tegen. Nou ja, die halen me gewoon in. Dat tempo kan ik niet bijhouden en ga ik ook niet proberen. Ook al is dit de laatste klim van de dag. Gewoon in eigen tempo boven komen. Het vlakke deel (of vals plat of afdaling) ligt in de schaduw van een bergwand. Het is daar een stuk kouder, zeker als ik ineens veel meer vaart kan maken. Dit is even niet zo’n tof stukje. De laatste 2 kilometer is weer klimmen. Ik merk dat het beste er bij mij wel af is. Ik kan me wat richten op een ouder stel op een elektrische fiets. Ondertussen probeer ik nog zoveel mogelijk te genieten van mijn laatste beklimming van deze Dolomieten-trip. Wie weet wanneer we weer de kans krijgen om naar de bergen te gaan? De plannen zijn er, hopelijk zit corona ons niet dwars.
De afdaling naar Corvara begint geweldig. Tot werkzaamheden. Over een best lang stuk is de weg opengebroken. Na minutenlang op het groene licht te hebben gewacht besluit ik toch alvast mijn fiets te laten rollen (hobbelen) over de stenen terwijl het licht nog op rood staat. De weg is breed genoeg om ruimte te maken voor het stijgende verkeer. Na het gehobbel eindelijk weer gas. Nog een mooi snel deel om het rondje af te sluiten. In Corvara is het rondje compleet en stap ik voldaan in de auto!
Tien dagen later ligt er een dik pak sneeuw in deze regio. Wat hebben we gepiekt. Hier komen we zeker nog eens terug. Al was het maar om het Sella Rondje andersom te fietsen.
Geef een antwoord