Col de la Croix-de-Fer: opwarmen wordt overkoken
aug 17th, 2022 by Silvan
Een paar weken voor ons vertrek naar de Franse Alpen wist ik het ineens: ik moet tijdens de vakantie ook de Col de la Croix-de-Fer op fietsen. Ik had er in eerste instantie niet aan gedacht, omdat ik deze bekende Alpencol al eens had gedaan via de Col du Glandon. Maar vanuit onze standplaats in Rochetaillée begint de westzijde van deze klim, de eerste hindernis tijdens de Marmotte. En die “tocht” stel ik al jaren uit, eerst door corona, later door… ik weet het niet. Maar deze kant van de Croix-de-Fer was voor mij onbekend, in tegenstelling tot de andere twee beklimmingen in de Marmotte: de Galibier en Alpe d’Huez. Het leek me een mooie beklimming om warm te draaien in het hooggebergte.
De westkant van de Col de la Croix-de-Fer is heel onregelmatig door twee afdalingen onderweg. Dit sloopt je (mijn) ritme. Maar gemiddeld 5,5 procent stijgingspercentage moet als opwarmertje in de Alpen toch met 14 kilometer per uur te doen zijn? Mooi niet. Voor mij op die dag in ieder geval. Overkoken werd het!
Het wordt rap minder
De eerste kilometers zijn nagenoeg vlak, dus warmdraaien. Dat gaat extra makkelijk want het is warm vandaag. En het wordt heet, de grootste boosdoener van deze slechte fietsrit. Tot de eerste afdaling is het 5 kilometer van gemiddeld 8,5 procent. Ik rij op reserve want na de korte maar hevige afdaling komt er nog zo’n stuk. Het gaat allemaal prima, maar ergens in dat tweede stuk gaat het rap minder. De schaduw wordt schaarser en de hete zon – ik nader het middaguur en het wordt 35+ die dag, handig – brandt er vol op. Ik drink wel goed maar ik heb de dagen ervoor lang niet genoeg gedronken, laat staan dat ik de heenreis qua drinken heb ingehaald.
Met het zicht op de grote wand van het stuwmeer is het beste er al lang af. Bij het stuwmeer zijn de hoogste percentages achter de rug, dus daar is normaal gesproken het moment om wat te versnellen. Dat lukt nu helemaal niet. Gelukkig nog de tweede afdaling, dan hoef ik daar in ieder geval niet te stoppen om even bij te komen. Daarvoor en daarna wel. Kan ik meteen wat plaatjes schieten, want het is er prachtig. Ik kan er gelukkig wel echt van genieten.
Op de top zorg ik ervoor dat de bidons weer vol zitten. De afdaling is vaak een beloning, maar die twee afdalingen in de klim, zijn nu natuurlijk twee beklimmingen in de afdaling geworden. Maar het valt niet eens echt tegen.
In een snikheet dal kom ik weer aan. Met een gemiddelde snelheid om te huilen. En mijn ambities voor de Marmotte diep weggestopt in de ijskast. Ik heb mezelf uitgewoond, gewoon niet goed over nagedacht. Het fysieke herstel van deze rit in combinatie met andere lichamelijke klachten maken het voor mij een lastige week, in aanloop naar Alpe d’Huez (die wilde ik ooit nog heel snel op fietsen, maar dat idee kon na deze dag al overboord).
Geef een antwoord