Oude man op Col de la Croix-de-Fer
jul 21st, 2014 by Silvan
De klim naar de 2068 meter hoge Col de la Croix-de-Fer begint voor mij op een afschuwelijk braakliggend terrein in Saint-Etienne-de-Cuines. Daar haal ik de fiets uit de auto en kleed ik me om voor de rit. De locatie ziet er niet uit, maar is wél dichtbij de start. De Croix-de-Fer is voor mij een mooie test voor de Stelvio, later dit jaar. De route gaat over de Col du Glandon en is de nummer 10 op mijn fietsverlanglijst. Eigenlijk is de Croix-de-Fer veel meer dan een test: het is een doel. De finale van de Glandon is echt zwaar: drie kilometer met een gemiddelde van boven de 10 procent, in een imposant landschap. Drie jaren geleden werd ik vanuit de auto verliefd op deze berg en nu ga ik naar boven fietsen. Na de top van de Glandon nog drie kilometer tot de Col de la Croix-de-Fer.
Ik maak me klaar voor de rit:
Het begin van de Col du Glandon is goed te doen. De percentages lopen langzaam op, dat gaat prima:
De beklimming van de Glandon kent eigenlijk twee helften met in het midden twee eenvoudige – nagenoeg vlakke – kilometers bij Saint-Colomban-des-Villards. Voordat ik bij deze plaats ben word ik ingehaald door een duo. Ze gaan hard. Het zijn gelukkig niet de twee fietsers die ik eerder ben gepasseerd. Ik haak nog even kansloos aan bij de twee jonge mannen (20-25 jaar?), maar laat ze even verderop lopen. Ik voel me oud.
Bij Saint-Colomban-des-Villards zet ik aan om in de luwte van het tweetal het vlakke te overbruggen, met licht wind tegen. Dit lukt en ik heb er profijt van. Zodra het weer omhoog gaat laat ik de twee gaan. Ze gaan kop-over-kop verder en ik zie ze niet meer terug.
In de kilometers die hierna volgen, heb ik het moeilijk. Geen rustmomentjes meer. Ik probeer niks te forceren, met het oog op de slotkilometers van de Glandon. Ik word weer ingehaald. Deze fietser gaat nog sneller dan het jonge duo van net. Ingehaald worden is natuurlijk nooit echt leuk, maar deze renner gaat zo snel dat het mooi is om te zien.
Het is een warme dag en de sportdrank smaakt me niet meer. Ik neem nog een paar flinke slokken voor wat energie en laat de bidon achter bij de volgwagen/fotograaf/supporter/coach/soigneur.
Voor de zware finale is het een kilometer wat makkelijker: 6 procent. Hier herstel ik goed en ga ik versnellen. In het slot van de Glandon zie ik een fietser aan de kant van de weg staan. Zijn kompaan kruipt omhoog. Deze mensen zijn wat ouder dan ik ben, maar het inhalen van de twee geeft me extra energie om stevig door te trappen. Het zicht op de witte toppen van het Mont Blancmassief helpt uiteraard ook!
Hier fiets ik nog als tweede:
Als eerste de bocht in:
Ik ben duidelijk over het dode punt heen en besluit blijkbaar om vanaf dat moment volle bak naar boven te rijden. Ik bereik de drukke top van de Glandon, waar onbegrijpelijk genoeg afgestapte racefietsers niet uitkijken. Ik slaag erin veilig te passeren en duik direct naar beneden. Een kleine afdaling en dan linksaf. Nog drie kilometer naar de top van de Col de la Croix-de-Fer. Op het buitenblad rijd ik nog een stuk door omhoog. Wanneer de snelheid zakt, blijf ik even achter een andere fietser, beetje wind tegen. Met nog zo’n twee kilometer voor de boeg, laat ik de andere renner achter me en schakel ik een paar keer op. Met 1 uur 54 minuten en 29 seconden op de top ben ik ruim een halve minuut sneller dan mijn snelst bedachte schema.
Blij!
Een kus aan mijn jongste fan:
Bordfoto:
Geef een antwoord