Alpe d’HuZes 2018: nat, koud, heet, babbels, prikneus, bouillon en de beloning
jun 17th, 2018 by Silvan
Foto: Guido Bosland
En daar sta ik dan in de regen, koud te worden. Ergens in een straat van Le Bourg-d’Oisans, rond een uur of vier ’s nachts (of in de vroege ochtend als je glas halfvol is). Het zijn precies de omstandigheden waar ik voor vreesde op de dag van Alpe d’HuZes. Helemaal nadat de twee voorgaande dagen in de Franse Alpen verrassend fraai waren. Eerder die nacht ging om 2.30 uur de wekker en zat ik met mijn teamgenoten en andere fietsers om 3.00 uur aan het ontbijt in Hotel Au Bon Accueil. Brood en een pannenkoek met stroop. De banaan die ik meenam weet ik er voor de start ook nog in te proppen. Pim van Wielerbus.nl brengt ons naar ‘Bourg’. Als hij niet verder mag met de bus, stappen we uit en fietsen we de aangewezen route over de natte en vaak donkere weggetjes op weg naar de startzone.
De start – krankzinnig
Om 4.30 uur mogen de eerste deelnemers vertrekken. Ik zie het niet, ik heb echt geen idee hoe ver we van de startstreep zijn verwijderd. Zodra de eersten onderweg zijn, komt er wat beweging in. Sterker nog, we blijven bewegen en voordat we er erg in hebben zijn we al gestart in het centrum van ‘Bourg’. Om 4.38 uur al! Dat is 52 minuten eerder dan mijn veilig geplande schema (met als doel om 18.30 uur voor de zesde keer te finishen). Het is begonnen. Alpe d’HuZes. Sinds ik heb gezegd dat ik aan dit evenement zou meedoen heb ik gesteld dat ik voor 6 beklimmingen ga. Bij minder is mijn missie mislukt. Ik leg mezelf zo wel heel veel druk op, maar zorg ook voor de maximale motivatie om me zo goed mogelijk op voor te bereiden op 6 keer de Alpe d’Huez. Best krankzinnig, 6 keer achterelkaar een buitencategorie berg op te fietsen. Ik had dat nog nooit gedaan. Toch was ik ervan overtuigd dat ik het zou kunnen.
Eerste klim – de pakezel
Vanuit ‘Bourg’ fiets ik samen met teamgenoot David naar de voet van de klim. Hij gaat voor 3 beklimmingen en ik moet hem al snel laten gaan. Hij gaat me te hard, zeker met het oog op het dagprogramma. Een groot deel van de eerste keer naar de top is het donker. Een echte belevenis. Alle fietslampjes die je om je heen ziet en – na een paar bochten – in het dal, is echt heel bijzonder. Het is wat ik zo vaak op foto’s heb gezien. En nu fiets ik er tussen. Ik heb 8 maanden getraind voor deze dag. Heel even denk ik dat ik het nooit ga redden om 6 keer deze berg op te fietsen. Wat een belachelijk plan! Dit is alleen voor de kleppers! Die gedachten verdwijnen snel en komen niet meer terug. Nu ik dit schrijf realiseer ik me dat ik die dag helemaal niet zenuwachtig was. De focus was er. Gelukkig maar. Dat betekent een strak regime met elk half uur eten en volop drinken. Ik rijd er als een pakezel bij. Mijn zakken puilen uit met ontbijtkoeken en reepjes. Overal heb ik Isostar-tabletten in gestopt. Hiermee heb ik de hele dag voeding in mijn bidons. In een tasje op de stang van de fiets heb ik 8 gelletjes gepropt. En een powerbank om de Garmin op te laden, later op de dag. Al met al heb ik voor 15 uren eten mee op de fiets. Een heerlijk, geruststellend gevoel. Dan ben ik van niemand afhankelijk. Onderweg stop ik twee keer een minuut, in bocht 18 en bocht 6. Ik weet niet precies meer waarom. Maar volgens mij om mijn regenjas uit te doen. En daarna weer gaan.`Het is druk onderweg en daardoor is het moeilijk om mijn eigen ritme te vinden. Na iets meer dan 1.35 uur fiets ik voor de eerste keer over de finish. Het gaat sneller dan de beoogde 1.45 uur. Zo heb ik al dik een uur voorsprong op mijn schema (waarbij ik nog een marge had van anderhalf uur, omdat Alpe d’HuZes om 20.00 uur sluit). Het is koud en nat boven. Afdalen maar. Nog kouder. Gelukkig heb ik mijn winterhandschoenen aan. De zomerhandschoentjes zitten ergens in mijn zakken.
Tweede beklimming – weer te snel
De afdaling is behoorlijk koud. Ik zit te rillen op mijn fiets. Ondanks de kletsnatte weg gaat het afdalen voor mijn gevoel prima. Het valt me reuze mee, gezien de stroom aan fietsers en wandelaars die nog aan het klimmen zijn. Beneden hoef ik niet meer naar ‘Bourg’, maar kan ik op het Startplein aan de tweede klim beginnen. Volgens mij doe ik nog een sanitaire stop en ga snel weer op pad. Ik heb het koud en de beste remedie is klimmen. Het werkt. Ik krijg de benen nog steeds soepel rond en rijd op reserve omhoog. De eerste bocht – Bocht 21 – is de hele dag bijzonder. Dat is voor mij de ‘Raymond-bocht’ en is daardoor extra speciaal. Enthousiaste mensen van KWF staan in de binnenbocht iedereen vol hartstocht aan te moedigen. Elke keer goed voor een enorme kick. Bocht 7 is een van de bochten met muziek en er zijn watertappunten. Mijn lege bidon vul ik weer en voorzie ik van voeding. Het is een snelle stop, ik wil weer verder. Ik heb mezelf namelijk voorgenomen om de eerste drie keer Alpe d’Huez achter elkaar door te fietsen. En dan maar eens kijken hoeveel tijd ik over heb voor het tweede deel. Zonder problemen kom ik voor de tweede keer boven. 1.32. Weer te snel. In 2009 deed ik 1.24 uur over Alpe d’Huez. En ik was he-le-maal naar de kloten. Wat een verschil met nu.
Derde beklimming – bouillon is goud waard
Na weer een koude afzink begin ik aan nummer 3. Het lijkt beneden al iets minder koud te worden. Plaspauze, eten, drinken en gaan. Onderweg kom ik David weer tegen. Hij heeft het beneden koud gekregen, maar haalt me – een paar bochten later – opgewarmd, weer in. Ik fiets van bocht naar bocht. Toeschouwers moedigen me aan, de muziek zweept me op. In Bocht 7 vul ik weer een bidon. In deze bocht, en op vele andere plekken, krijg ik eten van vrijwilligers of toeschouwers. Ik pak vandaag heel veel aan. Komkommers, bananen, koekjes en bekertjes bouillon. Vooral dit laatste is in de ochtend goud waard. Het is warm, maar niet té. Dus meteen achterover slaan dus! Alle bochten hangen vol met spandoeken. Veel persoonlijke boodschappen van mensen die overleden zijn door kanker of spreuken van nabestaanden. Op sommige staan foto’s van de overledenen. Het maakt elke keer een enorme indruk op me. Ergens onderweg – ik weet niet precies meer waar – staat ‘Voor papa’ op de weg. Deze twee woorden bezorgen me keer op keer een prikneus… Met de regenjas in mijn achterzak fiets ik voor de derde keer over de finish. In 1.32 uur. Ik heb vijf kwartier voorsprong op mijn schema. In de afdaling krijg ik een fikse bui voor mijn kiezen. Weer stroomt het water over de weg en in de goot naar beneden. Ik hoor dat de maximale snelheid verlaagd is van 45 naar 25 kilometer per uur. Eigenlijk onmogelijk, want er blijft niks van de remrubbers over. (Natuurlijk heb ik zelf reserve bij me.)
Vierde beklimming – genoeg babbels
Beneden is het droog. Zelfs de zon breekt door. Ein-de-lijk opwarmen! Ik app naar het thuisfront dat het harken wordt om de laatste 3 beklimmingen te volbrengen. Ik ga namelijk uit van de hele dag regen en kou.
Zo zie ik eruit na 3 beklimmingen in kou en regen…
Klim 4 wordt mijn beste beklimming. Niet qua tijd, maar wel qua gevoel. Onderweg gaan de regenjas, de beenstukken en de winterhandschoenen uit. Dat voelt al zoveel fijner. Hierdoor heb ik wel twee extra stops te pakken, maar gezien de tijd die ik nog heb, is dat geen enkel probleem. Het lijkt me ook verstandig om het rustiger aan te doen. Mezelf te sparen op wat nog komen gaat. Nogmaals, 6 keer zo’n klim is ook nieuw voor mij. Het gaat zo lekker, maar ik ben bang om juist dán te veel gas te geven. Krachten verdelen moet ik.
Bocht 11.
Al wat blijer door de zon!
Als ik tijdens de stop mijn regenjas uitdoe biedt een jongen aan om mijn jack in een zak van mijn fietsshirt te stoppen. Scheelt weer energie. Een bijzonder gebaar van een wildvreemde. Dat is zo’n beetje de sfeer van deze dag. Hij is verbaasd dat ik al aan mijn vierde klim bezig ben. Gezien de hoeveelheid “babbels” weet hij zeker dat ik het ga halen. Ik twijfel er eerlijk gezegd zelf ook niet aan. In Bocht 7 weer nieuw water pakken en een pauze van 5 minuten. Ik weet het niet meer precies waarom. In Bocht 2 nog een korte stop. Ik vermoed om even wat te eten. En vooral om te temporiseren! Na 1.40 fiets ik voor de vierde keer over de finish in Alpe d’Huez. Het is goed weer boven. De beenstukken laat ik in mijn achterzak, maar de regenjas gaat nog wel aan voor de afdaling. De weg is droog en ik maak er een vlotte afdaling van.
Vijfde beklimming – slopende warmte
Terug in het dal is het warm. Erg warm. Op het startplein staan vrijwilligers klaar met zonnebrand. Ik trek snel mijn regenjas en armstukken uit en laat me insmeren. Ik krijg kudo’s als ik vertel dat ik me in de vroege ochtend (nacht!) al had ingesmeerd. Voor het geval dat. Ik ben echt toe aan een sanitaire stop. Geen slot op mijn racefiets. Gelukkig staat ie er nog als ik die mobiele wc uit kom. Na een halfuur pauze start ik aan mijn slechtste beklimming van de dag. De warmte maakt het echt lastig. Volgens mijn Garmin is het 30 graden. Natuurlijk is fietsen in de zon het lekkerste, maar tijdens mijn beste bergritten was het nat en koud.
Bocht 15.
Ik maak nog een fotomoment-stop. Wat geeft het?
Uitzicht tussen Bocht 12 en 11.
Onderweg natuurlijk veel drinken en de waterstop in Bocht 7 mag ik echt niet overslaan. Onderweg probeer ik van alles aan te pakken. Water en komkommer zijn favoriet. De zon begint me langzaam te slopen. Tussen Bocht 4 en 3 en later tussen Bocht 2 en 1 pauzeer ik even. Ik loop nog een halfuur voor op schema. Het is nu – eindelijk echt – afzien. Op mijn fiets heb ik foto’s geplakt van mijn gezin. Een blik erop en ik fiets glimlachend verder. Na 1.47 uur ben ik voor de vijfde keer boven. Ik maak me op voor de afdaling. Op een droge weg naar beneden rammen.
Zesde beklimming – voor Raymond
Wat een gevoel. De laatste beklimming! Het gaat lukken. Ik kom zeker boven. Het regent boven, appt mijn vrouw, die thuis naar de livestream kijkt. Er hangen inderdaad donkere wolken boven Alpe d’Huez. Op het Startplein is het nog snikheet. Ik zorg ervoor dat beide bidons helemaal vol zijn. Iets voor half vijf start ik voor de zesde keer. Een kwartier voor op schema. Ik heb nog 3 uren en een kwartier om boven te komen. Dit gaat niet meer mis. Deze laatste beklimming draag ik op aan mijn vriend Raymond, die in 2016 plotseling overleed. Niet door kanker overigens, maar dit verlies maakte een enorme impact. Hij rijdt met me mee en geeft me vleugels! Het wordt een rit met een lach en een traan. In tegenstelling tot de vijfde beklimming heb ik een lekker ritme gevonden. Helaas moet ik die onderbreken door een flinke bui. In Bocht 16 doe ik mijn regenjack weer aan. Door de regen is het minder warm geworden. Dat is goed nieuws! In Bocht 13 is het al weer droog. Regenjas weer uit en even appen met Nederland. Ik voel me uitstekend.
Bocht 13.
In Bocht 9, 7 en 4 stop ik weer even. Het thuisfront op de hoogte houden van mijn locatie. Ik heb namelijk geen idee of de Alpe d’HuZes-app nog werkt.
Bocht 9.
Wat hoger op de berg is het frisser, dus kan het regenjack weer aan. Het is al rustig aan het worden op de klim. Ik heb de indruk dat veel deelnemers hun prestatie er op hebben zitten. Voor de laatste keer fiets ik Alpe d’Huez binnen. Dan wordt het niet meer moeilijk. De ontvangst is indrukwekkend. Voor de laatste keer rol ik over de finish. Ik was deze keer 1.51 uur onderweg. Tien minuten voor op schema! Op de finishfoto kom ik lachend over de streep. Het harde werken is beloond.
Foto: Barbara Daamen Fotografie
Na zes keer de Alpe d’Huez ben ik er ook wel klaar mee. Volgens mijn benen kan ik er nog wel twee beklimmingen bij doen. Die wetenschap is een onbeschrijfelijk gevoel. Maar ik wil alleen maar afdalen en naar het hotel. Wat voorzichtiger ga ik omlaag. Collega William staat klaar om mij met de auto terug te brengen naar het hotel. Naar een warme douche, bier en patat. Het zit er op. Mijn fiets en mijn lichaam hebben het allemaal volgehouden. Het was een bijzondere, indrukwekkende, emotionele en positieve dag. Een hele dikke pluim voor de organisatie en al die vrijwilligers.
Megatrots ❤️