De konginnerit van de zomervakantie in Zwitserland ging over 3 Alpenreuzen: Nufenenpass, Gotthardpass en de Furkapass. Dit zijn echt grote namen met toppen boven de 2100 meter hoogte. Als het zou uitkomen (oftewel: als de benen nog wat over hadden) dan kon ik na de afdaling van de Furkapass vanaf Gletsch nog 6 kilometer klimmen naar de top van de Grimselpass. Dat zou het iets makkelijker maken voor mijn vrouw die zo lief was om me aan de voet van de Nufenen af te zetten. En dus weer op te halen. Het werd een mooie, zware, hobbelige en natte dag…
Marmotten op de Nufenenpass
De eerste kilometer van de Nufenenpass is het allemaal nog vriendelijk. Daarna is het 14 kilometer met gemiddeld zo’n 9 procent. Aan de bak dus! In de eerste helft van de klim is het een kilometer wat vlakker. Maar daar heb ik de wind tegen en kan ik niet echt herstellen. De klim is verder gelijkmatig. Echt mijn ding. Een overstekende marmot onderbreekt mijn ritme. Even stoppen om een foto te maken? Heeft toch geen zin, voordat ik mijn telefoon in de handen heb, zit dat beest al gniffelend verstopt. Een paar tellen later, marmot 2. Ik stop. Het beest rent weg. Kansloze foto.
Even verderop zie ik er nog drie. Ik fiets door. Zelfs bij nummer 5, die pontificaal op een boomstronk omhoog zit. Ik fiets door. De hele beklimming speur ik naar meer, maar er kom geen zesde. Na het ‘vlakke’ stuk tegenwind komt de top in zicht en verandert het landschap. Het is hier immers hooggebergte met de top op ruim 2400 meter. Een lange weg – niet vervelend! – omhoog leidt me naar een serie haarspeldbochten. Ik haal zes andere fietsers in. Verder is het relatief rustig, op wat racende motoren en snelle auto’s na. Die autoclub kom ik de rest van de dag tegen. Ik heb er geen last van. Na anderhalf uur ben ik boven. Op schema.
De weersvoorspellingen voor deze dag waren niet best. De kans op regen was heel groot. Op de top van Nufenen is het nog steeds droog, maar wel koud. De armstukken had ik onderweg al aangetrokken. Regenjas, winterhandschoenen en col aan en afdalen maar! Een snelle afzink, maar wel vervelend door de randen in het wegdek. Alsof je over betonplaten rijdt. Het laatste deel naar Airolo moet je meetrappen.
Stuiteren op de Gotthardpass
In Airolo pak ik de juiste weg naar de top van de Gotthardpass. Niet de autoweg nemen. Tremola moet je volgen. Deze tweede beklimming staat op mijn verlanglijst. Deze klim is berucht vanwege de kasseitjes. Het is erger dan ik dacht. Voordat de officiële kasseienstrook begint heb je al een paar stukken gehad. Het valt tegen om daar overheen te fietsen. Zelfs de GoPro breekt van het stuur af en klettert op de grond. Een motorrijder kan em gelukkig ontwijken.
Ik kijk niet uit naar die 6 kilometer kasseien achter elkaar. Waar het kan fiets ik in de betonnen goot. Elke meter niet over die kasseien is er een. Het scheelt enorm. De klim is niet echt steil maar het gehobbel maakt het zwaar. Het zicht op de lange galerijen van de autoweg vergoedt een heleboel. Al wordt het zicht snel minder. De wolken rukken op. Nog even en ik fiets letterlijk in de wolken. De bijna oneindige serie haarspeldbochten is weergaloos. Ik heb er al zo vaak foto’s van gezien. En nu fiets ik er zelf. Magisch.
Ik ben blij dat ik boven ben. In de rook van gebakken bradwursten koop ik een halve liter cola. De verkoopster roept dat ik het flesje niet moet vergeten. Vermoeidheid. Ik schrap hier het klimmetje van Gletsch naar de top van de Grimselpass. Ik drink de fles half leeg, stop em in de achterzak. Daar is nu ruimte, omdat ik mijn regenjas aan heb voor de afdaling. Van die kasseien ben ik nog niet verlost. Nog drie kilometer naar beneden hobbelen. Een fietser haalt me met een rotgang in. Die heeft hier vaker gereden. Als de weg aansluit op de autoweg krijg je weer asfalt. En daar schiet de snelheid omhoog. Machtig! Een fraai snel stuk brengt me in Hospental.
Pass. Furkapass
In Hospental kom je op de route naar de Furkapass. Mijn regenjas gaat weer uit, anders is het veel te warm. Dat betekent dat het colaflesje weer uit mijn shirt moet. Ik drink em leeg en fiets nog kilometers met een lege fles voordat ik em in een afvalbak kwijt kan. Ik merk dat het beste er al af is. Geen Alpe d’HuZes-benen, maar ik weet dat de Furkapass echt nog wel gaat lukken. In Realp begin je aan de klim van zo’n 12 kilometer. Gemiddeld 7,2 procent stijging. Het is niet druk en een serie haarspeldbochten brengt me na 5 kilometer bij Hotel Galenstock. Tot daar heb je continu zicht op Realp en het dal naar Hospental. Maar het zicht wordt rap minder. Grijze, donkere wolken winnen snel terrein. In Hospental lijkt het al te regenen.
Vanuit de kant van de Gothardpass en de Nufenenpass komen er ook buien aan. Halverwege deze serie hairpins kom je bij de filmlocatie van de James Bond-film Goldfinger. Het bordje moet natuurlijk even op de foto. Er ‘moeten’ sowieso veel foto’s worden gemaakt.
Door het (naderende) slechte weer is het rustig op de weg en wordt de natuur nog ruiger. Genieten dit. Er bouwt zich ook een spanning in me op of ik het droog houd. Ik heb nog geen onweer gezien en ben daar gelukkig op dat moment niet mee bezig. Want beschutting is er eigenlijk geen moment. Een paar kilometer onder de top begint het dan toch hard te regenen. Het voordeel is dat ik mijn piepende en krakende fiets niet meer hoor. Iets in de pedalen kraakt. Of is het mijn stuur. Nog erger: beide. Hopelijk houdt mijn trouwe Bulls het nog even vol. Deze beklimming wil ik zeker afmaken!
Op de top is het koud (2429 meter hoogte!) en kletsnat. Ik doe alle kleren aan die ik bij me heb en daal voorzichtig af. Er ligt een laag water op de weg en ik ben blij dat de westkant van de Furkapass minder steil is. Hier wel veel auto’s van mensen die bij de ijsgrot Belvédère zijn geweest. Ik moet al veel remmen vanwege het water en het autoverkeer maakt het er niet makkelijker op.
Van de Rhonegletscher krijg ik echt helemaal niks mee. Ik moet me 100 procent concentreren op de weg. Na Oberalpenstafel komt een lange rechte weg waar ik veel moeite moet doen om de ergste waterstromen op het asfalt te omzeilen. Veilig bereik ik Gletsch, waar mijn vrouw me op wacht met de auto. Het zit er op. Drie klassieke Alpenreuzen op mijn cv gezet. Wat een mooie rit.
Geef een antwoord