Nadat ik mijn auto heb geparkeerd op een snikheet parkeerterrein in Conthey, pal naast Sion begin ik aan de Zwitserse gigant: Col du Sanetsch. Een klim van 26km naar een hoogte van 2253 meter. Dik 1700 hoogtemeters. Deze fiets ik op tijdens de tweede dag van mijn soloreis door de Alpen.
Tijdens mijn soloreis door de bergen stond mijn tent in de Franse Vogezen. Geen toeval, want ik wilde heel graag La Planche des Belles Filles op fietsen. En het werd uiteindelijk de Super-variant.
Ik vertrok vanaf de supermarkt in Champagney (dan kon ik bij terugkomst meteen boodschappen doen en doorgaan naar de camping). Van daar uit fiets ik door allerlei dorpjes met Plancher in de naam. De omgeving is volop Vogezen, ik houd daar van! Met een soort vals plat kunnen mijn benen rustig opwarmen na toch een behoorlijke autorit met files.
Via de achterdeur zomaar op mijn verlanglijst, een Zwitserse gigant met de top op 2253 meter. Deze beklimming “ontdekte” ik toen mijn verlanglijstje al af had. Ik wilde em al heel graag doen en nam de col ook op in de route tijdens mij soloreis door de Alpen. Bij die trip stond ook de Colle delle Finestre op het programma. Deze klim in Italië stond op 28 van mijn bucketlist, maar ik heb em geskipt omdat ik me eigenlijk afvraag waarom ik per se 8 kilometer onverharde, steile kilometers wil afleggen op mijn racefiets (en weer afdalen). En omdat ik em oversla, hoort ie ook niet op mijn verlanglijst. Dus… plek voor voor de Sanetsch!
Ik wilde het nooit, maar ik ga het toch doen: in mijn eentje op reis. Eind juni vertrek ik solo met de auto, tent en fiets naar de Alpen om daar een groot deel van mijn fietsverlanglijst af te vinken. Inmiddels ben ik 47 jaar oud, dus het zal wel een midlifecrisis zijn. Deze trip van 9 dagen komt kort gezegd neer op 13 beklimmingen en zo’n 18000 hoogtemeters. De reis gaat van Frankrijk, naar Zwitserland, Italië, Frankrijk en dan via Zwitserland en Duitsland weer naar Nederland.
Al vele jaren wilde ik het: een Everesting fietsen. En vorige week heb ik het eindelijk gedaan, op de Loorberg in Limburg. Helaas niet het doel gehaald, maar gestrand op 2/3 van deze uitdaging. Toch goed voor een plek in de Hall of Fame (wereldwijd zo’n 25.000 vermeldingen).
Voor de “koninginnerit” deze zomer in de Alpen had ik thuis verschillende opties bedacht, maar na een week in Frankrijk was ik al blij dat ik me in ieder geval goed genoeg voelde om een van de beoogde beklimmingen te doen: Col d’Izoard. Weer eentje om van mijn verlanglijstje te strepen. Het plan van thuis was om eerst de Col Agnel (ligt in de buurt) te doen, een stuk afdalen aan de Italiaanse kant en dan de laatste 10 Italiaanse kilometers te klimmen naar de top van de Colle d’Agnello. Daarna dan de Izoard. Ik heb nog overwogen om alleen de Agnel en de Izoard te doen, maar het ging me vooral om de Italiaanse kant van die col (want die heb ik ook op mijn verlanglijst), dus dan zit echt afstrepen er niet in. Maar goed, de Col d’Izoard dus.
Nadat ik wat vertrouwen had getankt op de Alpe d’Huez leek het me goed om wat extra kilometers te maken. Omdat ik de week ervoor lang niet 100 procent fit was, wilde ik niet al te steil klimwerk als toetje. Ik koos ervoor om een van de balkonroutes te doen op de bergwanden boven Bourg-d’Oisans, Route de la Roche zoals CyclingCols deze klim noemt. Ik vond het echt geweldig!
De tweede rit in de Franse Alpen is de klim naar Alpe d’Huez. Dit had een ’tijdrit’ moeten worden, maar het is vooral hopen dat het niet zo slecht gaat als op de Col de la Croix-de-Fer. Ik vraag me überhaupt af of ik wel volledig ben hersteld van die eerste rit. Mentaal heb ik me weer wat opgelapt, maar fysiek houdt het niet over. Ik slik pijnstillers tegen een volgens mij ontstoken amandel, zodat slikken niet zo veel pijn doet. Ik kan ik slecht eten. Ik wil wel maar het lukt niet goed, ik zit eerder dan normaal ‘vol’.